's Werelds hoogste gerechtshof verklaart dat het niet handelen tegen klimaatverandering een schending is van internationaal recht - vervuilers worden geconfronteerd met reparaties

In een historische uitspraak heeft het Internationaal Gerechtshof (ICJ), het hoogste gerechtshof van de Verenigde Naties, verklaard dat landen een wettelijke verplichting hebben onder internationaal recht om klimaatverandering aan te pakken en de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Het hof oordeelde dat het niet handelen tegen klimaatverandering beschouwd kan worden als een internationaal onrechtmatige daad, waardoor getroffen landen de mogelijkheid hebben om schadevergoeding te eisen van grote vervuilers. Het advies, voortgekomen uit pleidooien van kleine eilandstaten en jonge activisten, bevestigt dat het beschermen van het milieu een mensenrecht is en dat alle staten met gepaste zorgvuldigheid moeten handelen om te voorkomen dat de opwarming van de aarde de 1,5°C overschrijdt. Hoewel de uitspraak niet bindend is, zet het een krachtige juridische precedent dat invloed kan hebben op toekomstige klimaatgeschillen en internationaal beleid. Deze beslissing markeert een keerpunt in de wereldwijde klimaatverantwoordelijkheid en geeft aan dat er een einde komt aan straffeloosheid voor landen en bedrijven die bijdragen aan de klimaatcrisis.