AI begint een Amerikaanse vs. Chinese wapenwedloop

Het strijden om het primaat van AI heeft enorme gevolgen. Doorbraken in generatieve AI kunnen het mondiale technologische machtsevenwicht doen kantelen, de productiviteit van mensen vergroten, industrieën helpen en tot toekomstige innovaties leiden, zelfs nu landen worstelen met de risico’s van de technologie. Terwijl Chinese bedrijven hun achterstand willen inhalen door zich te wenden tot open-source AI-modellen uit de Verenigde Staten, bevindt Washington zich in een moeilijke situatie. Ook al hebben de Verenigde Staten geprobeerd de vooruitgang van China te vertragen door de verkoop van microchips te beperken en investeringen terug te dringen, ze hebben de praktijk van het openlijk vrijgeven van software om de adoptie ervan aan te moedigen niet tegengehouden. Voor China heeft de hernieuwde afhankelijkheid van AI-systemen uit de Verenigde Staten – vooral Meta’s LLaMA – diepere vragen aangewakkerd over het innovatiemodel van het land, dat de afgelopen decennia velen heeft verrast door wereldberoemde bedrijven als Alibaba en ByteDance op te leveren, ondanks de autoritaire controle van Peking. AI is lange tijd een prioriteit geweest in China. Nadat de AI-tool AlphaGo in 2016 en 2017 twee topspelers van het bordspel Go versloeg, hebben Chinese beleidsmakers een ambitieus plan opgesteld om in 2030 de wereldleider te zijn op technologisch gebied. De overheid heeft miljarden toegezegd aan onderzoekers en bedrijven die zich richten op AIUS-beperkingen op AI-chips. De verkoop aan China brengt verdere uitdagingen met zich mee, omdat veel van dergelijke chips nodig zijn bij het trainen van generatieve AI-modellen. Onder meer Baidu en 01.AI hebben gezegd dat ze voldoende chips hebben opgeslagen om hun activiteiten in de nabije toekomst te kunnen voortzetten.